zondag 24 januari 2016

Hampshire Avon.

Toegang tot de bekende Avon Royalti.
Enige tijd geleden alweer was ik met mijn gezin op een rondreis door het Zuid Westen van de UK. In dit gedeelten van Engeland waar we ook doorheen en langs kwamen lag en lig de Hampshire Avon. Een rivier die op de geschiedenis van de hengelsport een grote invloed heeft gehad. De naam zelf word nog gedragen en gebruikt voor vele hengels en niet te vergeten dobbers van verschillende fabrikanten. Tijdens deze rondreis door Engeland moest ik  als een vooral toch Engels georiënteerd visser, hier vooral een kijkje nemen zo niet vissen !

De plaats die vooral erg bekend is geworden door deze rivier is Christchurch. In dit plaatse heb je ook natuurlijk een hengelsport zaak waar je de nodige vergunningen kunt kopen en dan moet je er ook nog één op het postkantoor gaan halen. Maar voordat ik ging vissen ging ik eerst naar een leuk en bekend winkeltje in Ringwood. Dit is ook bij de Avon alleen iets dieper Engeland in richting Salisbury. Ik wou naar dit winkeltje toe omdat hier toen een bekend tekenaar onder andere zijn tekeningen maakte maar ook vooral oude hengelsport artikelen verkocht. Zijn naam was John Searl ook auteur van twee boeken met de naam A Brush With The Avon en Chalkstream Roach. Aanraders als je interesse naar vissen gaan van de stroom. Ook heeft hij samen met zeer bekend Centerpin bouwer die nu kapitalen waard zijn , Paul Witcher een tweetal schitterende dvd's gemaakt over vooral het vissen op de Avon. Helaas is John niet meer onder ons en daardoor zijn en waren eventuele andere plannen voor nog een andere dvd verloren gegaan, zonde.
Een zeer bekende stek aan de Avon "het pomphuis"

Maar ik heb hem gelukkig nog wel mogen ontmoeten nadat ik wel is telefonisch contact met hem had gehad over zijn tekeningen die ik bij hem bestelde.Zo heb ik van hem twee tekeningen met de record vangsten van Richard Walker met Clarissa. En één van Chris Yates met The Bishop. In de prachtige tekeningen zitten bepaalde hoogte punten getekend die wanneer je de verhalen gelezen heb zult herkennen.

De Royal Avon bij Christchurch is een goed gecontroleerd gedeelte van de rivier. Toen ik mijn landrover bij de rivier geparkeerd had op een speciaal gelegen parkeerplaats voor vissers. En ik vervolgens met de aanhang eerst even wat wou rondwandelen en kijken alvorens ik besloot om de spullen ernaar toe te brengen. Werden we na zeer korte tijd al aan gesproken door de riverkeeper ( rivier beheerder) dat we eigenlijk niet verder mochten. Na hem het één en ander uit gelegd te hebben over het hoe en wat en waar we vandaan kwamen vond hij goed als we eerst een kijkje namen. Maaaaaar we moesten wel op een redelijke afstand van de oever blijven en vooral stil zijn, dit vanwege de kinderen. Hij zei het is nu eenmaal zo dat de mensen die hier vissen ervoor betalen en  ook een rustige visdag willen beleven wat ik ook natuurlijk van harte ambieer.
Een andere zeer bekende stek uit de boeken "The Railway Bridge"

Ik moet zeggen dat de rivier werkelijk prachtig is en net zo mooi als uit de vele boeken die ik gelezen heb, en waar de Hampshire Avon de revu passeer . Kraak helder water vanwege de kalkbodem waardoor deze rivier stroomt. Tijdens het wandelen en  bij het passeren van bepaalde aantoonbare obstakels. Kwamen voor mij ook de bekende namen in mijn gedachte op zoals Chris Yates, Jack Hilton, Bill Quinlan, Richard Walker , Fred Taylor, John Bailey, John Searl, en nog vele vele andere namen die hier allemaal gevist hebben. Zoveel namen gaan in een split second door je hoofd pas wanneer je ze moet opschrijven je er echt achter komt hoe veel het er werkelijk zijn. En ik ze dan ook maar niet allemaal zal gaan noemen. Maar door het veel lezen van verschillende Engelse boeken zijn deze namen ineens heel tastbaar door hier te lopen. De bakermat van ons vissen komt toch echt uit dit land vandaan en de Nederlandse hengelsport geschiedenis is mij niets veel zeggend. Boeken van verschillende Nederlandse auteurs kunnen maar moeilijk mijn aandacht vast houden omdat ik ze niet serieus neem de Engelse daarin tegen wel. Alleen Rini Groothuis heeft op mij als karpervisser een zeer grote invloed gehad en daar kon ik wel mijn concentratie bij houden. Mede ook omdat Groothuis toch ook geheel Engels georiënteerd is en zijn manier van schrijven spreekt mij erg aan. Later zijn er natuurlijk nog een paar bij gekomen, maar ik heb het vooral uit de tijd dat voor mij het vissen voor het eten, tijdens eten, en onder het slapen, en tijdens het slapen, een must was. Zeg de jaren 70-80.
Houtsnijwerk van een toen record zalm op de Avon.


Nadat we onze wandeling hadden gedaan en we besloten hadden waar we als gezin lekker konden gaan zitten, liepen we terug naar de auto waar we de spullen gingen halen. Bij terugkomst bij de auto zag ik ook een soort gebouwtje wat we in eerste instantie voorbij waren gelopen en daardoor niet op gevallen was. Dit was een Anglers Rest Room. Je kon hier na terugkomst van het vissen op de rivier even met je maten of alléén een rustpauze nemen wanneer je flink stuk gelopen had. Deze  rest room was ook nog is leuk ingericht met allemaal oude hengelsport artikelen, foto's en houtsnijwerken. De kamer was gewoon open en iedereen kon gewoon naar binnen lopen zonder dat het geplunderd werd, bijzonder. Ik heb hier een paar foto's genomen en de sfeer lekker door me op laten nemen voordat ik zelf een poging ging wagen.

Even rusten.

Bij aankomst op de stek vervolgens ging ik de hengel optuigen. Ik ging geheel in traditie van de vervlogen tijden een tweetal hengels optuigen. Namelijk een Chapman of Ware Avon 500 met daarop een ABU cardinaal 44. En een B. James Avocet met daarop een Allcock Aerial Centerpin. Beide hengels waren uiteraard van Splitcane en werden voorzien van lekkere Hollandse blokjes jonge kaas. We gingen voor de barbeel natuurlijk maar ik moet bekennen dat ik niks anders ving dan zoetwater slangen. En niet van die kleintjes ook. Sommige waren zelfs nog vrij moeilijk tussen het groen in de Avon vandaan te krijgen. Maar gelukkig hadden we door de palingen toch beet gekregen en de aanbeten leken toch veel op een barbeel waardoor we toch spanning hadden.
Optuigen van de hengels.


En proberen maar.
Voor de rest was ik jaar dit nog één keer wezen vissen op de karper en mocht ik er zowaar twee vangen in begin januari. Geen hele grote maar daardoor niet minder mooi. We hadden ze op de oude Jack hilton Carp .
De eerste dit jaar 2016.
Copyright Foto's en Tekst ............Arjan Snoeij.

zondag 18 oktober 2015

"Intervieuw met Jan Junge "

1
Geruime tijd geleden had ik de eer een interview te mogen afnemen bij Jan Junge, een man die  ruim 40 jaar geleden, tesamen met 3 andere zeer bekende karpervissers, gezorgd heeft voor de oprichting van de Karper Studiegroep Nederland en inmiddels hier erelid van is.
Met vriendelijke groet:
Arjan Snoeij



Enkele quotes uit Google over Jan:

.….Jan Junge is en blijft  een fenomeen
…..als je kijkt wat hij in de loop der jaren op hoog niveau allemaal gepubliceerd heeft. 
…..En weer dat hoge en geheel eigen 'to the point-gehalte'. Klasse.
…..Hij zegt gewoon,wat we denken, prachtig!
…..1 van de beste stukjes die ik sinds tijden gelezen heb,
…..recht voor zn raap, hij slaat zo vreselijk de spijker op zn kop
2
2
…..Nooit een persoon meegemaakt die mij zoveel kon vertellen over de werking en eigenschappen …..van ingredieenten en melen als Jan.
…..heeft mij de ogen letterlijk geopend toen ik nog zwaar in het melkderivaten en eiwitrijke tijdperk  …..vertoefde, hij viste met crap en ving meer vissen dan ik op hetzelfde water.
…..zijn notities van vroeger uit de Beet zijn legendarisch en gewild,
…..openheid troef en iedere stumperd kon met de wijze woorden van Jan een boilie rollen.

In gesprek met : Jan Junge (mede oprichter KSN)

Jan Junge nu inmiddels een 70-plusser maar is nog steeds als van ouds, de man met de scherpe tong en die heden ten dage nog graag heel veel tijd aan de waterkant vertoeft.                            Jan komt van oorsprong uit Heemstede en is vrij jong met zijn ouders verhuisd naar Rotterdam. Op latere leeftijd is hij verhuisd naar Oosterhout waar hij nu nog steeds woont in een omgeving met veel water waar hij de mogelijkheid heeft dit optimaal te gebruiken voor zijn nog steeds aanwezige passie: de vissport
.
Daarbij is hij ook nog steeds de man met de no-nonsense attitude en vindt dat dit de laatste tijd, vooral in de karperbladen veel te weinig aanwezig is. Hij vraagt zich vaak af waarom er in het algemeen niet kritischer ergens op in wordt gegaan als iemand in een artikel bijvoorbeeld kortaf schrijft: “ en daarom werkt het “. Jan zou dan graag willen weten waarom dit dan zo is en wenst graag onderbouwing van een dergelijke stelling. Daarbij vindt hij dat ook de redacties van de vissportbladen hier te gemakkelijk en vaak zonder enige vorm van kritiek, mee omgaan.
Hij vindt ook dat daarom bijna alle bladen - en vooral de karper magazines- hierdoor veelste veel op elkaar lijken heden ten dage. Zoals ik al eerder aanhaalde heeft Jan nog steeds een scherpe tong en zouden er meerdere boute uitspraken volgen tijdens het interview.
.
Zijn eerste ervaring met het vissen op karper was toen hij acht jaar oud was. Hij zat toen op deze leeftijd met een bamboe hengeltje te vissen en ving toen rond 1955, brasems en voorns op een stukje brood. Hij weet nog goed toen hij onder een brug tegen de kant aan zat te vissen hoe hij de eerste karpers onder zich langs de oever zag zwemmen en hij zijn ogen niet kon geloven,zo groot vond hij ze. Deze situatie heeft toen het karpervirus bij Jan doen ontwaken.

Jan had in het verleden een zeer drukke baan als vertegenwoordiger in hobbyboeken. Literatuur over de vissport zaten hier voor Jan helaas niet bij. Later werd Jan een soort redacteur bij het zelfde bedrijf wat inhield dat hij binnen zijn nieuwe functie ook nieuwe auteurs moest aantrekken. Mede door deze functie, heeft Jan toen veel mensen ontmoet en veel gereisd wat hij altijd zeer leuk gevonden heeft. Door een aantal overnames van het bedrijf  kon hij op een gegeven moment vervroeg uittreden wat hij onder prettige omstandigheden kon doen.
Door dit vervroegd uittreden had Jan plotseling een zee van vrije tijd. zoveel zelfs, dat hij dacht van tsja en wat nu.
Gelukkig had Jan uit de tijd dat hij nog in het bedrijfsleven zat, een aantal relaties overgehouden, waar hij nog steeds wat redactioneel werk voor kon uitvoeren.
Jan Junge heeft naast zijn passie voor de vissport ook nog veel belangstelling voor autoracen, muziek, vechtsporten en hij mag nog graag vaak een boek lezen en niet alleen over hengelsport. Het allerbelangrijkste is toch wel zijn gezin, zijn vrouw en zijn dochter.
Soms moet je oppassen vindt hij, want vissen kan een hoop tijd opslurpen, tijd die ten koste gaat van je gezin.

3

Intussen heeft Jan voor zichzelf een visboot aangeschaft waarin hij een stukje vrijheid terugvindt die hij vroeger toch typisch alleen bij het karpervissen kon vinden. Momenteel vist hij in zijn vrije tijd meerendeels op roofvis. Jan is eigenlijk meer op de roofvis gaan vissen omdat het vissen op karper vanuit de boot voor hem mislukte. “Ik vind op snoek te vissen het leukst en snoekbaars ook maar snoek is toch wel mijn favoriete roofvis, maar ik mag ook nog steeds graag met een pennetje in polder op karper vissen of op de brasem. Mensen roepen vaak over de brasem van “getverdemme dit en dat en die vieze slijmerige vissen” maar ik denk dat deze mensen niet eerder een mooie, donkere,  hard vechtende polder brasem hebben gevangen
.
We waren het er ook samen over eens dat de meeste vissers heden ten dage de vooropleiding met betrekking tot het karpervissen hebben gemist, namelijk het eerst kunnen vissen op voorns en brasems, om eventueel later over te schakelen op de karpervisserij.
Mede door dit gebrek kunnen ze niet op een basis terugvallen en de conclusie trekken dat er nog meer mooie vissen bestaan die zeker de moeite waard zijn om daarop te gaan vissen.
4
De hedendaagse karpervisserij trekt onwillekeurig toch een bepaald publiek aan, mede door al de gadgets die er tegenwoordig bij horen. Vaak hoort hier ook het bekende haantjes gedrag bij om bijvoorbeeld door het vangen van grote karpers zichzelf hierna met man/vis foto’s in de spotlight te plaatsen met de boodschap “kijk mij eens…deze jongen verdient toch wel een dosis aanzien en respect” omdat ze wellicht in het bedrijfsleven totaal mislukt zijn…?

Jan vindt dat de meeste karpervissers te weinig kritisch naar zichzelf kijken en  dat de meeste karperbladen tegenwoordig vaak vol staan met uitspraken die totaal niet onderbouwd zijn.
Wat Jan Junge de laatste jaren wel goede redactionele artikelen vind zijn die van Piet Vogel. Hij zegt:  “Piet is iemand die wel de zaken onderbouwd waarom iets wel of niet werkt”  

Binnen het “snoekvolk” waar ik tegenwoordig meer en meer mijn draai in vind is dit veel en veel minder.
 De snoekbaars vissers daarentegen zijn zeer terughoudend, dat naar de richting karpervisserij toe gaat. Ook bij de snoekbaars vissers vind je namelijk veel meer materiaal freaks, met grote boten, meerdere fishfinders aan boord, dubbele electra motors enz enz.
Ik heb laatst ook nog op de voorn gevist, een vast stokje gekocht en ik ben heerlijk de polder in gegaan.Veel ruisvoorn en blankvoorn gevangen.Gewoon lekker de hele dag bezig zijn met mijn hobby daar geniet ik van. Alleen maar grote vissen trachten te vangen heeft mij nooit echt aangetrokken.
Ik werd ook wel eens gevraagd door anderen “Jan ga je mee wedstrijd vissen op het kanaal? “
Maar dit zijn zaken waar ik altijd voor heb gepast. Ik heb namelijk geen zin in die concurrentie strijd met nog 20 vissers en je kunt ook niet even naar de overkant gooien of vissen want daar zit dan ook weer iemand te vissen op een dergelijk stukje klote kanaal . Neen,ik had zo iets van: “wat moet hier, ik vis voor mijn plezier !!”.
Maar ik blijf vissen want vissen is iets moois en om dat als hobby te hebben is in één woord fantastisch!

Ik geloof dat mijn grootste karper ooit ca. 32 pond woog, Ik denk dat ik ze wel groter aan de lijn heb gehad heb maar nooit gevangen. Mijn mooiste vis is een karper van 28 pond en met een lengte van 101 cm. Dat was een vis die hier bij de centrale vandaan kwam maar die jammer genoeg later is weggevangen tijdens een afvissing. Er werden toen verschillende grote karpers in netten gevangen die even later onder verschillende hengelsport verenigingen verkocht zijn.
Ook dit is iets wat mij tegenwoordig zorgen baart:dat gezeul met die vissen. Het ene jaar weet je niet wat er het andere jaar nog rondzwemt aan vis met eventueel al de gevaren van ziekten die erbij op de loer liggen. Het lijkt er ook op dat dit binnen de karpervisserij ook heel normaal wordt gevonden…
Maar als je de lat misschien wat lager zou leggen bij het vissen dan gaan er ook voor veel vissers  veel meer wateren open die wellicht tijdens het gericht op grote vissen, minder interessant waren.

Wat mij en mijn visvrienden, waar ik nog steeds af en toe mee vis, opvalt, is dat wateren enorm veranderd zijn in de laatste jaren. Bijvoorbeeld dat de karperstand en ook de snoekstand  in Wilnis e.o. enorm is teruggelopen. Waarschijnlijk is de enorme kreeftenplaag hier de boosdoener maar ook de verlanding natuurlijk, ze doen er alles aan wat dat betreft maar het is waarschijnlijk niet genoeg. Begrijpelijk want het is ook zo groot en daardoor ook zo duur, dat dit bijna niet te doen is.

5
Maar even terugkomend op het boilievissen,de groep zelfbouwers of draaiers is veel kleiner geworden dan in het verleden. Had je vroeger in de begin periode nog de felle discussies tussen crab aas en proteïne, nu is dat verandert in “het vangt toch vis Jan ! dus wat maakt het eigenlijk allemaal uit”! waarop ik dan antwoord : “Jahoor, je hebt gelijk!”
Anderzijds heb je nu wel weer tientalle andere discussies die naar mijn idee naar totaal niets leiden zoals: “als ik een ringetje hier plaats en de hair zolang maak dan klapt de haak vervolgens altijd links in de onderlip, bla bla bla….onzin natuurlijk.
Maar toen het karpervissen 2 a 3 decennia geleden  in een grote evolutie zat, toen waren er naar mijn mening wel veel meer discussies dan nu.

Wat ik een heel vervelende tijd heb gevonden is de periode  Evert Aalten & Ruud Jongens. Deze 2 personen vertelden toen zulke ontzettend grote nonsens en daar blijf ik nog steeds bij. Dit was echt in mijn ogen van A tot Z  een dosis enorme lulkoek, daar was echt geen fuck van waar.!  Hun hele gedachtengang was èèn grote misvatting.

Het waren weliswaar allemaal stukjes en beetjes die klopten, maar het totaal plaatje... daar klopte geen reet van!. Laat ik een voorbeeld noemen hoe zij dachten: Ze zeiden bijvoorbeeld:  “weet je hoe de wind ontstaat?”. Dat komt, als je graankorrels tussen twee molenstenen legt dan willen die graankorrels eruit. die krijgen het benauwd en die gaan draaien en wat nu het leuke van graankorrels is, die draaien allemaal de zelfde kant op. Als je dus ronde stenen heb dan gaan die meedraaien en daardoor gaan de molenwieken van de molen draaien. Die wieken zie je dus draaien,..dus… zie je wind! …want daar zijn bewijzen voor. Kijk maar : het waait en de molenwieken draaien,  dat komt gewoon… omdat de graankorrels draaien!! dus daarmee is het bewijs met onderbouwing geleverd, begrijp je?!.
Op zich vind ik dit ook totaal niet erg wanneer men zoiets beweert, maar vooral in die tijd vond de karperwereld dergelijke ideeen geweldig! Men heeft zich toen echt massaal op deze theorieen gestort en zeker driekwart van de Karper Studiegroep liep hier blindelings achteraan.
Toen had ik echt het idee : “ wat doe ik hier eigenlijk nog in deze karperwereld??!”.

Ongeveer dezelfde hectiek die Rini Groothuis eigenlijk al vele jaren eerder had meegemaakt met de boilies (waar ik het eigenlijk ook niet mee eens was) maar met de opwinding rondom de EA-theorieen, begon het voor mij ook allemaal een beetje teveel te worden: ik ben vanaf dat moment gestopt met het schrijven voor de Karper Studiegroep.
Ik heb toen nog wel één stukje geschreven in De Karper nr 39, een heel kwaad stukje, waar ik trouwens nog steeds volkomen achter sta …Dat zeer kritische stukje wat ik toen geschreven heb was tegen de heren Evert Aaltens en Ruud Jongens: ik heb ze toen in mijn column echt in elkaar gemept omdat ze bij mij thuis waren geweest om over hun theorieen te discussiëren.
Toen die mannen bij mij thuis kwamen had ik alle documentatie klaar liggen, uitgebreide rapporten en alles wetenschappelijk onderbouwd.      Ze wilden deze rapporten echter niet eens bekijken! Het waren gewoon pure Jehova getuigen met het gebrabbel “laat maar Jan, wij weten precies hoe het in elkaar zit, wij weten het echt wel….”                                                                                                                  Ik had toen in principe de verkeerde gesprekspartner naast me (Rini Groothuis).maar ik had toen eigenlijk iemand als Marco Kraal erbij moeten hebben….





6
.

Eigenlijk ging dit gedoe wel heel erg ver met betrekking tot het simpele vangen van een vis. Want als je het goed bekijkt dan ben je als visser gewoon een opportunist, voortvloeiende uit de positieve dingen die je gegeven worden. Dat je die positieve zaken oppakt is eigenlijk wel het belangrijkste, daar heb je in principe helemaal geen hoge wetenschappelijke school voor nodig. Je hebt goede vissers, mensen met een bepaald instinct. Je hebt mensen die zeer praktijk gericht zijn en je hebt ook mensen die veel experimenteren. Maar experimenteren kost vis en ik experimenteer heel veel, altijd al gedaan.  Maar wil je veel grote vissen vangen dan moet je heel praktijk gericht gaan vissen.





7
Er is geen enkele wetenschapper die meer vangt dan een visser uit de praktijk. Om even een goed en bekend voorbeeld te stellen. Je had Jan Eggers en je had Jan Schreiner.

Jan Schreiner was zonder meer een voortreffelijk schrijver en ook een goede visser.
Jan Eggers daarentegen was echt een echte pure praktijkman, dat zag je ook toen ze samen gingen vissen, wat ze één keer gedaan hebben. Slotsom: de praktijkman Jan Eggers, had aan het eind van de dag 16 snoeken en Jan Schreiner slechts.. 1
Dat heb ik ook wel eens als ik met iemand gaat snoekbaarsvissen Dan is het aan het einde van de dag de stand ook 26 tegenover 6 van mij en als je er samen over gaat praten dan kom je er niet uit waarom de één nu meer vangt dan de ander..maar toch doet deze vismaat instinctief dingen net iets anders dan ik en vangt daarom meer als ik.
Ik denk toch ook dat bepaalde mensen die meer vangen, net zoals met andere sporten, een talent bezitten wat andere niet of minder hebben. Achteraf heb ik het toch ook wel jammer gevonden dat ik heel veel alleen gevist heb in al die jaren. Dit is zeker het experimenteren niet ten goede gekomen omdat je nu eenmaal alles in je uppie moet doen.

Zo weet ik ook nog goed hoe ik bij Rini Groothuis verzeilt ben geraakt omdat toen het blaadje Voor & Door de Visser werd uitgegeven, met hierin een oproep van Rini Groothuis. In dit stukje sprak Rini over de BCSG. (British Carp Study Group) en vroeg hierin of dit ook iets zou zijn voor Nederland en vroeg of mensen hierop wilden reageren om iets soortgelijks op te willen richten.
Na het lezen van dit artikel van Rini heb ik vervolgens Rini een brief geschreven.
Rini had hierop maar drie reacties gehad bleek achteraf: 1 van mij, 1 van Dick Langhenkel en 1 van Dick van Eijk. Tijdens een een hierop volgend gesprek bij Dick Langhenkel thuis bleek dat Dick ook al met dit idee in zijn achterhoofd rondliep. We hebben toen later een oproep gedaan in het blad de Vissport om leden te werven en zo is de KSN (Karper Studiegroep Nederland) ontstaan.

Aldus ben ik ook met Rini Groothuis gaan vissen in Brabant, In Brabant waren toen karpers van 10 pond, grote vissen maar voor mij, wonende in Capelle a/d IJssel, waren dit kleine karpers want in Capelle zwommen toen veel grotere karpers rond dan in Brabant.
Daardoor kwam Rini bij mij in Capelle vissen en door Rini kwamen ook Ad van Sande en Arthur van Helvert hier vissen.In Brabant zijn vele putten en wateren, zandputten terwijl in Capelle dit natuurlijk kleiputten en singels zijn. Klei is natuurlijk veel voedselrijker dan de zandputten en daardoor krijg je ook grotere karpers.
Ik was in die tijd een grote aanhanger van de Schreiner school dus viste ik met Fairplay hengels d.w.z. zachte actie en dunne lijnen, maar die jongens uit Brabant visten veel “lomper” en visten veel met wakers. Eigenlijk heb ik toen van hun het vissen met de waker geleerd. Ik viste toen altijd met aardappel en kaas terwijl Rini toen al viste met diverse deegsoorten en ik moet zeggen dat Rini altijd verdomd veel ving met zijn walmende deegballen.
 Dit was natuurlijk allemaal echt in de begin periode van de moderne karpervisserij in Nederland.  Wij hadden toen geen netten en andere goede spullen, wel waren er een paar Amsterdamse hengelbouwers maar het waren allemaal vrij zachte stokken die zij bouwden. Ik weet nog goed dat Rini een zalmhengel door Peeters had laten ombouwen tot een karperhengel. We gingen toen vissen op de Belvertven in Brabant tussen de plompenvelden.Dit was een 14ft hengel en ik weet nog goed dat Rini daarmee een vis stond te drillen… Die stok was zo slap, dat die gewoon door de karper helemaal het water werd ingetrokken.Rini stond echt met het handvat van de hengel boven zijn hoofd en de top 8
verdween in het water. Hij kon gewoon niets doen met deze hengel en had geen controle whats so ever!  Door onze Nederlandse karpervisserijachtergrond bewandelden wij in principe het verkeerde pad maar toen kwamen de Gerry Savage en de Jim Gibbonson Clooper hemngels en deze hengels waren echt fantastisch voor dit soort moeilijke situaties.We zaagden gewoon door die lelievelden heen met deze hengels! echt geweldig.

Ik, voortkomende uit de Schreiner school zat dus eigenlijk te lang, te licht te vissen en heb hier door helaas onnodig veel vis verspeeld. Eigenlijk was Rini veel eerder op de Engelse tour dan ik. Ik bleef  toch eerst een beetje wantrouwend naar die Brabanders kijken. Naar mijn gevoel visten zij veelste zwaar maar hebben uiteindelijk Ad van Sande en Arthur van Helvert mij doen bekeren. Zij hadden toen al vrij snel de Cracks 200 en dit waren in mijn ogen voor destijds al grote molens en zij kwamen vervolgens bij mij in Capelle vissen met 30/100 lijnen op de spoelen wat in die tijd volgens de Schreiner school, puur belachelijk was…maar zij visten  onder de struiken op dit water wat ik ook deed maar als ik dan een aanbeet kreeg,  dan had ik ze wel even aan de lijn maar verspeelde ze kort hierna onder de struiken. Maar Ad en Arthur sleurden gewoon al die vissen onder de struiken vandaan het weid op. Ik had toen het gevoel dat deze jongens enigszins onsportief visten.. achteraf  was dit natuurlijk helemaal niet waar, want die jongens deden gewoon waar ze voor kwamen en dat was vissen vangen en niet verspelen.
Toen ik inzag dat er totaal geen sprake was van onsportieviteit, ben ik overstag gegaan en schafte ik ook wat zwaarder materiaal aan.

Nu vist men al met 3 -3,5 lb stokken vanwege grotere werpafstanden en zwaardere lood gewichten. Ook hierin moeten we uitkijken dat we niet blijven hangen in het verleden omdat ook in mijn vroegere tijden het vissen met een 30/100 lijn puur belachelijk was
.
De toekomst van het karpervissen zie ik toch wel positief in en ik zie nog wel verdere ontwikkelingen in de technologie. Iets in de trend van camera’s bv. in je lood en je hierdoor kunt zien op een beeldscherm hoe het bij je aas eraan toegaat.?


Met vriendelijke groet en mooie vangsten toegewenst
Jan Junge



Copyright Tekst en foto's Arjan Snoeij.

zondag 26 april 2015

Langzaam aan !!

Voor mij komt het seizoen langzaam opgang, echt veel gevist hebben we niet deze winter. Erg, wel nee. De winter behaagd mij toch steeds minder om er op uit te trekken met een hengel. Als je niet op roofvis vist zoals ik, dan heb je eigenlijk niet veel aan de waterkant te zoeken met een hengel in de winter. Wel veel gekeken en gewandeld met de hond op menig water. Om de plannen en gedachtes over verschillenden wateren te kunnen ventileren. En om te kijken of we er nog is terug komen met een hengel in de warmere tijden dit jaar.

Ik heb voor dit jaar geen targets of doelen voor ogen. Je mag er wel wat hebben natuurlijk maar het moet je hele denken en doen niet gaan beheersen. De tagetvisserij heeft ook een grote keerzijde en dat is dat je een grote groep wateren al bij voorbaat uitsluit voor je "plannen" en dit terwijl er zoveel meer moois te zien is aan het water dan alleen maar grote vissen. Zonder deze doelstelling die ik eigenlijk al zeer lang hanteer kom ik ook op wateren waar toch meer en grotere vissen rondzwemmen dan je in eerste instantie zou verwachten. De verrassing die je hierdoor beleefd en de grotere beleving daardoor is immens meer waard dan wat dan ook. Dit worden vaak de dagen of uren die voor altijd op mijn harde schijf in gebrand zullen zijn.
Hier nu met hengel en rustig wachten in die gouden uurtjes.

Het grootste gedeelte van mijn karpervissen bestaat toch altijd uit observeren. Een leuk nieuw iets dit jaar was het in de avond kijken in het donker met een sterke zaklamp in het water. Dit had ik overgenomen van een vismaat van mij en het is echt leuk om te doen. Als ik bij hem op visite ging dan gingen we een rondje lopen met zijn hond en kwamen we langs een paar wateren waar hij af en toe wat voerde. Eenmaal bij zo'n voerplek aan gekomen keken we met de zaklamp in het water en zagen warempel karpers zwemmen op of in de buurt van de plek. De karpers hebben er erg weinig last van. Snoek zagen we ook liggen en deze lijken het helemaal niks te deren dat licht. We zagen ook nog paling maar deze reageren sterk op het licht en weten niet hoe snel ze weg moeten zijn. Een hoop van onze gezamenlijke wateren zijn in het voorjaar en in de zomer zo helder als kraanwater. Prachtig om te zien in het donker hoe de planten er bij staan met daar tussen door de vissen. Het is af en toe gewoon net een groot aquarium waar je in staat te kijken. Ook zie je zo de vissen op plekken in het donker komen waar op de dag niet veel te beleven is, een mooi instrument om je water weer is van een andere kant te bekijken.
Mooie zeelt met vlok gevangen.


We zijn er tot nu toe ook enkel op uit geweest met een hengel met hieraan een dobber of heel even op de voorn met de maggotfeeder. De voorn is het door allerlei omstandigheden deze winter niet geworden. Wel hebben we al een mooie zeelt gevangen aan de vlok, jawel. Een karper had ik in een boerensloot waar ik in het najaar ook een paar leuke dagen beleefd had. Geen grote maar die komen vanzelf op je pad in de warmere maanden. Lekker met de brokken spelen en brood niet te vergeten. Laatst hadden we weer is een keer een dagje voor gevoerd met een partiklemix bestaande uit, hennep tarwe duivenvoer, tijgernoten en wat pellets. We gingen met de Hardy glasstok op pad de Richard Walker no 1, en konden geen karper vangen maar wel een mooie donkere giebel uit helder water, vandaar ook de donkere kleur. Wel zag ik tot twee keer toe een karper van een voerplek weg zwemmen zonder een stootje op de pen gezien te hebben. Maar ach dan hebben we weer wat voor de volgende keer, zo hou je het vuurtje aan !
Mooie donkere giebel uit helder water, en wat een mooie vissen zijn het.

vrijdag 25 januari 2013

Hugh Miles

Ook Hugh Miles heeft een blog tegenwoordig die zeker de moeite waard is om te bekijken.  www.hughmiles9.blogspot.co.uk


Binnenkort weer ander nieuws !!

Mvgr Arjan Snoeij